Breuken en kommagetallen

Breuk naar kommagetal omrekenen

De rekenmachine werkt als volgt:

  1. Voer een breuk in door getallen in de tekstvelden te typen.
  2. Klik op "Bereken kommagetal".

Kommagetal naar breuk omrekenen

De rekenmachine werkt als volgt:

  1. Typ een kommagetal in het tekstveld.
  2. Klik op "Bereken breuk".

Uitleg breuken en kommagetallen

Een kommagetal geeft net als een breuk het deel van een geheel aan.
Breuken en kommagetallen zijn naar elkaar om te rekenen.

Van breuk naar kommagetal

Breuken met als noemer een macht van 10, dus: 10, 100, 1000, ...
kun je eenvoudig direct als kommagetal schrijven:
  • 9/10 = 0,9
  • 82/100 = 0,82
  • 462/1000 = 0,462
Als de breuk geen macht van 10 in de noemer heeft,
kan je de breuk proberen om te schrijven.

Voorbeeld 1: De breuk 1/4
  • 1/4 = 25/100 (teller en noemer keer 25)
  • 25/100 = 0,25
Dus: 1/4 = 0,25

Voorbeeld 2: De breuk 1/8
  • 1/8 = 125/1000 (teller en noemer keer 125)
  • 125/1000 = 0,125
Dus: 1/8 = 0,125

Niet alle breuken zijn om te schrijven naar een breuk met een macht van 10 in de noemer.
De breuk 1/3 is hier een voorbeeld van. In zo'n geval is het altijd nog mogelijk om met een staartdeling het kommagetal te berekenen.

Van breuk naar kommagetal met een staartdeling

Met een staartdeling kun je van elke breuk het kommagetal vinden.

Voorbeeld 1: De breuk 3/8

De staartdeling bij deze breuk:
8/3000\0,375
0
30
24
60
56
40
40
0

Hier stopt de staardeling omdat de rest 0 wordt.

Als de rest 0 is dan is het kommagetal precies gelijk aan de breuk.
Dus: 3/8 = 0,375

Voorbeeld 2: De breuk 1/3

De staartdeling bij deze breuk:
3/100000\0,33333
0
10
9
10
9
10
9
10
9
10
9
1

Het maakt niet uit hoe lang je doorgaat met de staartdeling,
de rest blijft altijd 1 en het volgende getal achter de komma is altijd 3.

Het kommagetal 0,33333 is daarom slechts een benadering van de breuk 1/3.
Het kommagetal 0,3333333333 is een nauwkeurigere benadering, met 10 cijfers achter de komma. De getallen achter de komma worden ook wel decimalen genoemd.

Van kommagetal naar breuk

Het is eenvoudig om de breuk die bij een kommagetal hoort te vinden.

Kijk bijvoorbeeld bij het kommagetal 0,078.
Voor de bijbehorende breuk geldt:
  • De teller is het getal na de komma, beginnend bij het eerste cijfer ongelijk aan nul.
    De teller is hier dus: 78
  • De noemer hangt af van het aantal cijfers na de komma.
    Bij 1 cijfer: 10
    Bij 2 cijfers: 100
    Bij 3 cijfers: 1000
    enz ...
    De noemer is hier dus: 1000
Dus: 0,078 = 78/1000