De rekenmachine werkt als volgt:
De rekenmachine werkt als volgt:
Een kommagetal geeft net als een breuk het deel van een geheel aan.
Breuken en kommagetallen zijn naar elkaar om te rekenen.
Niet alle breuken zijn om te schrijven naar een breuk met een macht van 10 in de noemer.
De breuk 1/3 is hier een voorbeeld van.
In zo'n geval is het altijd nog mogelijk om met een staartdeling het kommagetal te berekenen.
Met een staartdeling kun je van elke breuk het kommagetal vinden.
Voorbeeld 1: De breuk 3/88 | / | 3 | 0 | 0 | 0 | \ | 0,375 |
0 | |||||||
3 | 0 | ||||||
2 | 4 | ||||||
6 | 0 | ||||||
5 | 6 | ||||||
4 | 0 | ||||||
4 | 0 | ||||||
0 |
Hier stopt de staardeling omdat de rest 0 wordt.
Als de rest 0 is dan is het kommagetal precies gelijk aan de breuk.
Dus: 3/8 = 0,375
3 | / | 1 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | \ | 0,33333 |
0 | |||||||||
1 | 0 | ||||||||
9 | |||||||||
1 | 0 | ||||||||
9 | |||||||||
1 | 0 | ||||||||
9 | |||||||||
1 | 0 | ||||||||
9 | |||||||||
1 | 0 | ||||||||
9 | |||||||||
1 |
Het maakt niet uit hoe lang je doorgaat met de staartdeling,
de rest blijft altijd 1 en het volgende getal achter de komma is altijd 3.
Het kommagetal 0,33333 is daarom slechts een benadering van de breuk 1/3.
Het kommagetal 0,3333333333 is een nauwkeurigere benadering, met 10 cijfers achter de komma.
De getallen achter de komma worden ook wel decimalen genoemd.